Wolzwever (2 juni 2010)

Een andere zweefvlieg welke ik pas in de tuin aantrof was dit dode exemplaar. Het is een van de 328 soorten zweefvliegen, die Nederland rijk is. Het gaat hier waarschijnlijk om de gewone wolzwever. Deze soort kenmerkt zich door de wollig behaarde lichaam met zuigsnuit die bijna zo lang is als het lichaam zelf. In rust steekt de zuigsnuit vrijwel recht naar voren. De zuigsnuit is aan de voorzijde in tweeën gesplitst. De vleugels zijn aan de basis uitgerust met een extra voorrand. Deze heeft een brede, donkerbruine lengteband die op 3 punten wat naar beneden uitzakt.
Het is een algemeen voorkomende soort op zonnige, zandige taluds langs bosranden en in tuinen.

De zweefvliegen zijn bloembezoekers en zuigen nectar op met hun lange zuigsnuit. Het vrouwtje is vaak zwevend boven een zandvlakte aan te treffen en steekt haar achterlijf telkens in het zand om de rijpe eieren met zand te bepoederen. Daarna vliegt ze naar de ingangen van nesten van zandbijen om daar haar eieren af te werpen. De jonge larve van de gewone wolzwever kruipt in het nest, vervelt daar in een trage made en leeft eerst van de stuifmeelvoorraad en consumeert daarna de bijenlarve. Het is jammer dat ik dit deel nog niet gezien heb, maar ik wordt nog oplettender. Kennis maakt je nieuwsgieriger. Ik heb hier mijn macrolens 180 mm en de macro-lupelens (MPE) 65 mm opgezet. Deze laatste lens geeft een vergrotingsfactor van maximaal 5:1. MKIII, 180 mm, f18, iso 100, 6 sec.{gallery}Wolzwever{/gallery}

Post a comment