Herfst (16 november 2010)
Met een mooie zonsopgang startte deze dag. In de diepe delen van het bos hing zelfs nevel. Samen met het fletse zonnetje gaf dat een aangename en kenmerkende herfstsfeer. De herfst is toch een periode van afbraak. Al het groen wat zich in het voorjaar ontwikkelt en in de loop van de zomer is gegroeid, komt gedurende de herfst tot afbraak of tot rust. Bij de hazelaar zitten de mannelijke meeldraden alweer in knop, terwijl al het blad nog niet eraf is.
Tijdens vele doorkruisingen door het bos vond ik nog een dood ree. Mogelijk dat het een verkeersslachtoffer is geweest die zich een eindje het bos in heeft teruggetrokken en aan de rand van een smal pad is gestorven. Tot voor kort zag je dat daar enkele malen diverse aaseters zich aan tegoed hadden gedaan. Ik vond sporen van das en vos. Vandaag ga ik nog even poolshoogte nemen. Nog maar net van de fiets gestapt of in de verte hoor ik een paar raven al roepend aan komen vliegen. Vol spanning blijf ik stokstijf staan en wacht ik af of de vogels naar de grond zouden gaan. Eerst inspecteerden zij de omgeving af, daarna vloog er een met een glijvlucht in de richting waar het ree ligt. Even wordt het stil daarna lijkt het wel of ze verder vliegen. Uiteindelijk wordt het doodstil. Toch maar gaan kijken…het ree is verdwenen. Dat verklaart een hele boel. De omgeving goed afgespeurd en uiteindelijk vind ik de restanten. Een vacht met een viertal poten en botten, maar zonder een kop. Volgens mij is door deze of gene het kadaver van kop ontdaan en vervolgens het koploze kadaver een eindje verderop in de varens gegooid. De discussie, zoals ie plaats vindt op de Oostvaardersplassen, doet zich hier niet zo gelden. Gelukkig mogen dode dieren, die hier van origine hun leefgebied hebben, wel in het terrein blijven. Ecologisch gezien is het niet natuurlijk dat dit dier uit het betreffende terrein zou zijn gehaald.
Hier een foto van het ree in kwestie, welke ik vorige week maakte. Het was een dag voordat ik naar België vertrok om de run Les Quatres Cimes af te ronden. De afwezigheid van de kop lijkt erop dat een schedelverzamelaar er zich over ‘ontfermd’ heeft. Het gegeven dat zich diverse dieren te goed konden doen aan dit kadaver blijkt dat er behoefte aan is. Ook de botrestanten zijn belangrijk. Muizen kunnen hier aan knabbelen en in hun kalkbehoefte voorzien. Een aantal spreekwoorden laat zich dan gelden: leven en laten leven of eten en gegeten worden. De kringloop is dan (weer) rond.
5d MkII, 20 mm, f11, iso 50, 1/2 sec{gallery}Herfst3{/gallery}