Bijen (1 juni 2010)
Gisteren liep ik door een laan toen een heftig gezoem mijn oor bereikte. Ik keek omhoog en op een hoogte van ca 8 meter was een uitgebroken tak. Deze heeft een inrottingsgat en daar omheen vlogen tientallen bijen. Het is voor mij de eerste maal dat ik dit zie. Het herinnert me aan de spectaculaire beelden van de bergbewoners in bijvoorbeeld Indonesië en Zuid-Amerika, die in hoge bomen en rotsen de bijennesten leeghalen voor de honing.
Om wat voor soort het gaat, is me niet bekend. Dat is ook niet zo eenvoudig voor een leek als mij. Vooral als je bedenkt dat er maar liefst 209 bijensoorten zijn. Dit zijn enorme aantallen. Tegelijkertijd staat dus 56 procent van deze nuttige insecten op de Rode Lijst. Dit is dus een lijst met meer of minder bedreigde soorten. Het fotograferen van deze wondertjes op vleugels is een moeilijke zaak. Het gaat allemaal razend snel. Ik heb mijn beelden doorzocht op de sluitertijden en dan kom ik op een sluitertijd van ca. 1/2000 om de vleugelslag (scherp) vast te leggen. Kortom deze diertjes vragen respect. Een continue snelle vleugelslag en dat dagelijks op een of enkele druppels honing en dan uren achtereen vliegen tussen bloem en broedkamer. Mijn inziens zijn dit geweldige prestaties.
Voordat ik hier opnames van kon maken, werd mijn aandacht getrokken door een zweefvlieg. Deze zweefvlieg liep over een rottingsplek in een omgezaagde beuk en bleef uiteindelijk zitten op een stukje hout met smalle houtsplinters. Hier zette zij haar eitjes af. Even later vloog ze weg. Om welke soort het gaat, moet ik het antwoord (nog) schuldig blijven. Links: 40d, 180 mm, f7.1, 1/40 sec.,ingeflitst; Rechts: MKIII, 500 mm met 1,4 ext., f6.3, -1/3 stop, 1/250 sec.{gallery}Bijen{/gallery}