mei 2010

Cursus (29 mei 2010)

Gisteren met een groep enthousiaste natuurfotografen op pad geweest. Het thema was macro-fotografie. Het weer was prima: licht bewolkt met niet al te veel wind. Gelukkig had ik het ochtend- en middagprogramma omgedraaid, zodat we in de ochtend naar buiten gingen. Onder redelijk ideale foto-omstandigheden konden opnames gemaakt worden. Er waren volop onderwerpen aanwezig. Een ieder vond wel een object. Meteen al werden we verrast met een aantal meikevers. Waar ik me toch over heb verwonderd, is de kennis van hun fotoapparatuur. In het algemeen gesproken bemerk ik dat iedereen met een digitale kamera rondloopt maar de camera op de fabrieksinstellingen en program-stand laat staan. Het lezen van de handleiding van de fotocamera blijft achterwege. Het is triest maar waar.

Er wordt vaak gedacht: de camera weet het wel. Persoonlijk vind ik dat de maker bepaalt hoe een opname wordt gemaakt. De fotograaf bepaalt de isowaarden, het diafragma e.d. Ook het gebruik van een statief wordt als niet noodzakelijk ervaren. De scherptediepte bij macofotografie is beperkt en vraagt haar aandacht. De (juiste) scherpte-diepte, (de plaats van) scherpte en een optimale uitsnede maken het gebruik van een statief, mijn inziens, bijna onontbeerlijk.

Na het praktijkdeel heb ik een aantal beelden op thumbnail-nivo geselecteerd om daarna deze beelden met de beamer te bespreken. Toch bleek na afloop dat er nauwelijks één beeld haarscherp was. Ook bewust een object in beeld zetten en fotograferen is een vak apart. Maar al doende leert men. Hopelijk weten we nu dat het lezen van de handleiding, het gebruik van een statief en een macrolens voor macrofotografie wezenlijke hulpmiddelen zijn, zelfs in het digitale tijdperk. Het grote enthousiasme en de gezelligheid was er niet minder om. 40d, 180 mm macro, f4.5, iso 200, 1/30 sec.{gallery}Cursus{/gallery}

mei 30, 2010
Cursus (29 mei 2010)

Reptielenzone (23 mei 2010)

Als reptiel ben je kwetsbaar. Vooral bij dit mooie weer. Je wilt je opwarmen. Waar doe je dat het best? Op de weg. Gelukkig zag ik deze hazelworm op een bospad liggen. Nauwelijks een half uur later lag er een op het asfalt. Helaas was deze overreden. Het asfalt is voor deze diertjes aantrekkelijk om op te warmen, maar natuurlijk levensgevaarlijk. Ook zijn er reptielen welke van de ene naar de ander kant van de weg willen trekken. Gelukkig wordt binnenkort een oversteekplaats, lees onderdoorgang voor reptielen (en natuurlijk ook andere (zoog)dieren, aangelegd. De passage bestaat uit een betonnen goot welke dwars onder de weg wordt geplaatst. De betonnen goot onder de Peeskesweg, tussen Beek en Stokkum (Montferland), wordt afgedekt met een rooster. Deze tunnelbak zorgt ervoor dat de diverse reptielencorridors en heideterreintjes met elkaar worden verbonden. Ook het leefgebied van diverse dieren wordt op deze manier vergroot. Links: 5d, 20mm, f 9.0 ,250 iso, 1/25 sec. Rechts: 40 d, 180 mm (macro), f9, iso 125, 1/20 sec, ingeflitst.{gallery}Reptielenzone{/gallery}

mei 23, 2010
Reptielenzone (23 mei 2010)

Hagel (18 mei 2010)

Deze roodborst heeft tijdelijk onderdak gevonden onder een omgevallen berk. De plots opkomende onweersbui van gisteravond ging vergezeld met hagelstenen. Hiervoor zochten twee roodborstjes beschutting. Helaas had ik geen enkele beschutting. Voor de koude had ik een winterjas aan en muts opgezet. Na een half uur intense regen raakten deze stilletjes doordrenkt. De roodborstjes troffen het ditmaal beter dan ik.

Deze opname is kwalitatief niet geweldig. Het is gemaakt met hoge isowaarden (=meer ruis) en onder slechte licht- en weersomstandigheden (hagelbui). Het gedrag van deze vogels vond ik opmerkelijk en daarom de moeite waard om over te schrijven. mkIII, 500mm, f4.0, iso 1600, 1/20 s.{gallery}Hagel{/gallery}

mei 18, 2010
Hagel (18 mei 2010)

Bambi (16 mei 2010)

Het lijkt wel of het voorjaar nu zich weer in een andere fase laat zien. Gisteren een jong vogeltje gevonden. Vandaag vond ik bambi. Bambi is het koosnaampje van dit jonggeboren ree. Ik schrok van de vondst. Zo in dekking gelegen, kijk je snel over haar heen. Vooral als je eigenlijk wat andere onduidelijke sporen aan het bekijken bent en dan op dit reekalfje stuit. Nee. verlaten is ze niet. Ze worden door moeder alleen gelaten om circa driemaal daags gezoogd te worden. Ze heeft weinig geur, want anders zou ze door een roofdier gepakt kunnen worden. Ze ligt roerloos in een camouflage van bladeren, takken en braam. Het is aandoenlijk.

Je kunt je voorstellen dat een loslopende hond dit reekalf in de bek pakt en hiermee een geurvlag aan het reekalf afgeeft. Als mens zou je dit beestje willen aanraken en knuffelen. Niet doen …!! Door de geur van de mens en/of hond aan het reekalf zal de moeder het reekalfje afstoten. Het reekalfje zal ten allen tijde blijven liggen en zich geheel vertrouwen op haar camouflage. Het is geen hulpeloos dier en ook niet vergeten door de moeder. Dit is natuurlijk gedrag. Binnenkort zal bambi naast moeder lopen en haar blijven volgen. 40d, 180mm, iso 400, f6.3, 1/30 {gallery}Bambi{/gallery}

mei 16, 2010
Bambi (16 mei 2010)

Koppie (16 mei 2010)

Over een bospad in een sparrenbos lopende, zag ik dit verdwaalde vogeltje liggen. Waarschijnlijk uit het nest gevallen. Of zou het jonge vogeltje door een rover op rooftocht uit het nest verloren zijn?  Toch maar een beeldje van gemaakt. De prachtige donshaartjes geven dit vogelkoppie een koddig gezicht. Helaas is haar toekomst minder rooskleurig.  Even verderop zag ik nog uitwerpselen liggen. Het waren keutels met eierschalen afkomstig van een marter zo te zien. Later zag ik nog een slagpen van een jonge vogel liggen.

Deze hulpeloze nestvlieder kan door een rondscharrelend roofdier zo gevonden worden. Een kwestie van eten en gegeten worden. 40 d, 180mm, f 7.1, 1/10 s  iso 400, ingeflitst. {gallery}Koppie{/gallery}

mei 16, 2010
Koppie (16 mei 2010)

Klein grut (8 mei 2010)

Gisteren nog een ronde door het bos gemaakt. Een lichte motregen vergezelde me, maar dat deerde me niet. Het versterkte de mooie rustige sfeer in het bos. Per ongeluk stootte ik tegen een stammetje en er schoot een kever weg. Snel mijn macrolens gepakt en een aantal opnames gemaakt. Het was toch een aardig grote loopkever, dit wil zeggen toch zeker 30 millimeter lang. Maar dan komen daar nog een paar pootjes bij welke toch zeker in gestrekte fase ca 40 millimeter reikten. Samen met een paar voelsprieten van 25 mm daarbij, maken van deze kever toch een groot geheel. Eenmaal thuis diverse boeken en internet op nagezocht, om uiteindelijk tot de naamgeving van graslandschalebijter (Carabus monilis fabricius) te determineren. Een eind verder, in een ander bosperceel was een berk afgezaagd. De sapstroom was nog in volle gang. Hier kwamen diverse mestkevers van drinken. Het zoete kleverige vocht bleek aantrekkelijk voor ze. Bijna dronken liepen de diertjes over de zaagsnede. Voor mij was het een lust om te zien hoe deze mestkevers het stroperige vocht met hun kaken naar binnen werkten. Links: mestkever; 40d, 180 mm, f6.3, iso 400, 1/30 sec, ingeflitst, vanaf statief; Rechts: graslandschalebijter; 40d, 180 mm,f9.0, iso 400, 1/15 sec, ingeflitst, vanaf statief {gallery}Klein grut{/gallery}

mei 8, 2010
Klein grut (8 mei 2010)

Oeps (7 mei 2010)

Vandaag niet veel wild gezien. Heeft u veel gezien meneer? Nee, maar wat wil je door met een loslopende hond dwars door het bos (niet over de paden) te lopen.  Moet mijn hond dan aan de lijn? Tja, het is moeilijk voor een hond om de gedragsregels bij binnenkomst van een natuurterrein of openbare gelegenheid te lezen. Voor hun baasjes is het nog moeilijker. Een regelmatig terugkerend fenomeen. Net zoals het klepelen van de bermen. Ik zag de eerste bermen langs gemeentelijke wegen alweer geklepeld. Allerlei bloemen ten behoeve van insecten komen niet tot ontwikkeling. Ook insecten in pop gaan verloren. Het maaisel blijft liggen en de bodem is her en der verstoord. Allemaal voedingsbodem voor de dominante soorten zoals brandnetel. Alsof we daar nog niet genoeg van hebben. Een ander maaibeheer met maaien en afvoeren biedt op lange termijn meer soelaas. Alleen zal je niet meteen overal resultaat zien. Het afvoeren van maaisel na maaien (let op: maaien is niet klepelen) brengt verarming van voedingsstoffen in de bodem. Na een aantal jaren, met name op schralere zandgronden, zal je minder maaisel krijgen. Maaien en afvoeren zal uiteindelijk  minder maaisel opleveren. Een voedselarmer milieu zorgt voor een schralere, maar een soortenrijkere vegetatie (dus minder massa). Klepelen geeft snel resultaat. Klepelen geeft voor de natuur niet het mooiste en meest gevarieerde resultaat. Meer soortenrijkdom aan planten geeft ook meer insecten, waar op haar beurt weer andere dieren, zoals vogels en insecteneters van kunnen profiteren. De eenvormigheid is troef.

Dat je zelfs op het pad moet uitkijken bleek vanmiddag, toen ik bijna mijn voet zette op een zonnende hazelworm. Ik had haar op het allerlaatste moment gezien. Uiteindelijk heb ik hier nog een aantal opnames van proberen te maken. Het exemplaar moest nog vervellen en had ook de vliezen over de ogen. Daardoor treedt er enige onscherpte op. 40d, 180 mm, f7.1, iso 160, 1/60 sec{gallery}Oeps{/gallery}

mei 7, 2010
Oeps (7 mei 2010)