april 2010

Droog (29 april 2010)

Het waterpeil in Rijn en Maas is gezien de tijd van het jaar erg laag meldt Rijkswaterstaat. Anderhalve maand terug hadden we nog hoogwater en nu bijna een watertekort. En als ik de snelle waterafvoer in willekeurige watergangen zie, vrees ik dat het achterland verder droogvalt. Het toenemende watergebruik, mede door de groeiende bomen en landbouwgewassen en te snelle waterafvoer uit de hogere delen, doet het (grond)waterpeil nog steeds aanzienlijk dalen. Her en der zie ik een grote stofwolk opwarrelen met daarin een trekker. Ik ben erg benieuwd hoe deze zomer zal verlopen. Dat vele vogels in een bosvijvertje komen badderen en water drinken is heel logisch. Eigenlijk ken ik dit vijvertje allang maar bij toeval kwam ik er langs en zag zelfs een vrouwtje goudvink zitten. En aangezien ik de schuilhut bij me had, heb ik het er maar op gegokt. Nog maar nauwelijks een kwartier zat ik er en er kwam al een roodborstje aan het water. Uiteindelijk heb ik vink, goudvink, appelvink, graspieper, een paar mezensoorten, merel, een paartje fitis en een graspieper aan het vijvertje gezien. Ondertussen probeer ik ook het water in de boomoksel op peil te houden. Verder heb ik op diverse plekken waterbakjes geplaatst, zodat onze gevederde vrienden hun dorst kunnen lessen. MKIII, 500 mm, f 4.5, iso 800, 1/200 sec.{gallery}Droog{/gallery}

april 29, 2010
Droog (29 april 2010)

Groen (27 april 2010)

De warmte maakt diverse reptielen actief, zoals zandhagedissen. De zandhagedissen gaan hun territorium verdedigen en zoeken de vrouwtjes op. De mannetjes imponeren door hun kleur. Ze krijgen een groene kleur. Net als alle bomen. Het bladerdek begint zich volop te ontwikkelen. 40d, met flitser, 180 mm, f9.0, iso 100, 1/25sec.{gallery}Groen{/gallery}

april 27, 2010
Groen (27 april 2010)

Overuren (24 april 2010)

De kamera ratelt maar door. Het is voorjaar. Er zijn veel onderwerpen te vinden. Soms moet je keuzes maken. Een mooie ochtend met nevel waren de vooruitzichten. Door de grote contrasten tussen de dag- en nachttemperatuur, samen met een windstille nacht, maakte het mogelijk dat er mist gevormd kon worden. MkIII, 70-200 mm, f32, iso 100, 1/6 sec.{gallery}Overuren{/gallery}

april 24, 2010
Overuren (24 april 2010)

Dorst (23 april 2010)

Het weer is standvastig. Het is droog, om niet te spreken van zeer droog. De zon en de warmte hebben samen met de droge noordenwind veel water uit de grond doen verdampen. Natte plekken en plaatsen waar regenwater aan de oppervlakte blijft hangen, zie ik in ras tempo opdrogen. Toch vond ik nog een boomholte waarin water stond en heb daar mijn schuilhut bij geplaatst. Een aanvliegtak maakte het voor de vogels mogelijk om rustig het water in de boomoksel te bereiken. Het is een komen en gaan van vogels. Van gewone bosvogels tot fotogenieke vogels, zoals de appelvink. Vorige winter heb ik deze mooie vogel regelmatig op de voederplank aangetroffen. Nu lieten ze zich regelmatig zien in de boomoksel om te drinken. Zelfs het mannetje en het vrouwtje kon ik tegelijkertijd vastleggen. Ben je een keer over je eerste verbazing heen, dan vergaap je je iedere keer opnieuw weer aan de enorme snavel. Wat een kanjer. Dit gereedschap is in staat om menig pitje te kraken. Zij kan met haar imposante snavel moeiteloos een kersenpit kraken. De drukkracht welke zij kan uit oefenen komt volgens onderzoek neer op circa vijftig kilogram. Indrukwekkend. Deze snavel heeft een clowneske indruk maar wel één die tegelijkertijd ook respect afdwingt. Een appelvink is minder makkelijk te zien. In de winter wil deze soort wel op de voederplank verschijnen, maar in de rest van het jaar vind je deze soort hoog in de bomen. Voor het drinken komen ze uit de boomtoppen. Dat was te merken. Zo zie je dat zo’n waterplek (met water) van levensbelang is. Mk III, 500 mm met 1.4 ext, f6.3, iso 800, 1/100sec{gallery}Dorst{/gallery}

april 23, 2010
Dorst (23 april 2010)

Sterrenhemel (19 april 2010)

Een hemel zonder condensstrepen, een aarde met minder achtergrondgeluid. En dit hebben we allemaal te danken aan het natuurfenomeen vulkaanuitbarsting op IJsland. Gisteravond heb ik geprobeerd om het firmament met een “schone” hemel vast te leggen. Met een sluitertijd van 3000 seconden is deze opname tot stand gekomen. De maan liet zich echter ook zien en trok een witte baan. Ik twijfel erover om deze baan weg te werken. Eigenlijk is het fotograferen met maanlicht minder gunstig. Doch om deze eikenboom beter in beeld te krijgen leek mij dit de beste plek. Eén ster blijft redelijk op zijn plaats. Dit zou de poolster kunnen zijn, want die draait als het ware om zijn as.

Enkele blogs terug heb ik nog geschreven over de enorme eikentak met eikvarentjes. Vrijdag ben ik er nog langs gefietst om poolshoogte te nemen. Het varentje leek aan verdroging onderhevig, dus heb ik nog wat water eroverheen laten lopen. Toch liep ik met het idee deze varentjes in veiligheid te stellen, dit wil zeggen: los peuteren met een beitel en op een gunstige plek terug te plaatsen. Vandaag kwam ik met beitel en al bewapend ter plekke…waren de betreffende takken weggezaagd en afgevoerd. Links: 5d, 12mm, iso 200, f 11, 1200 sec; rechts  5d, 12mm, iso 200, f 11, 3000 sec {gallery}Sterrenhemel{/gallery}

april 19, 2010
Sterrenhemel (19 april 2010)

Boommonument (11 april 2010)

De ‘dikke boom op landgoed den Bramel’ is op sterven na dood. Langzaam wordt deze reus door tonderzwammen opgegeten en sinds de zomer 2008 zitten er aan de voet van deze rode beuk fikse reuzenzwammen. Met een stamomtrek van 740 cm (onder de knobbels) behoort zij tot de dikste beuken van Nederland. Opvallend zijn de vele knobbels, knoesten en gaten. Rode beuken zijn meestal geënt op een onderstam van een groene beuk, hetgeen de vreemde vergroeiingen verklaart. De kroon is majestueus: 35 meter breed. De boom dateert van rond 1800, en is daarmee ruim 200 jaar oud. Deze boom is een fotografisch object geweest van wijlen fotograaf Fred Hazelhoff (31 januari 2002). Fred kon nooit genoeg krijgen van de vele tronies die hij ontdekte in de doorleefde stam. Ook ik heb afgelopen jaren in verschillende seizoenen opnames gemaakt van dit boommonument. Tot aan het einde van de vorige eeuw stonden er twee rode beuken. Een ervan is reeds in de negentiger jaren ter ziele gegaan.

De boom heeft al diverse takken gebroken en de schors laat los. Een rood lint moet alle voetgangers en nieuwsgierigen weghouden. Toch heb ik hier nog een paar aanvullende foto’s gemaakt. Zolang het nog kan…. 5d, f5.6, 28-105 mm, 1/40 sec, iso 200; Pentax 67II, middenformaat, 55-105 mm, Fuji velvia 50 iso, diascan, {gallery}Boommonument{/gallery}

april 11, 2010
Boommonument (11 april 2010)

Bossfeer (9 april 2010)

Vorige week een prachtig zacht regentje, welke de voorjaarsstemming voor mij verhoogde. Het was een drukte van jewelste met vogelzang. Het voorjaarsbuitje doet de bladeren nog harder ontspruiten. Overal leek het in de loop van de ochtend steeds groener te worden. Het tere lover ontluikt, een feest voor wie er oog en oor voor heeft. Soms leek het wel of je het hoorde ontluiken en groeien. Dit soort weer met een wat mystieke sfeer in het bos spreekt mij erg aan. Gezien de weersvooruitzichten voor de komende week met een noord tot noordoostelijke wind in het verschiet wilde ik toch deze opnames maken. Een wind uit de noordhoek zorgen vaak voor een drogend effect. Dan verdwijnen de verzadigde kleuren. Die verzadiging wilde ik juist wel dus ging ik er in de regen op uit naar een voorjaarsbos. De bloemen van bosanemoon, witte klaverzuring en speenkruid waren natuurlijk gesloten, maar andere elementen kwamen beter tot haar recht.Links: 5d, 1.6 sec, f16, iso 100, 70-200mm op 115 mm; rechts: 40d, 1/2 sec, f10, iso 200, 180 mm{gallery}Bossfeer{/gallery}

april 9, 2010
Bossfeer (9 april 2010)