juni 2009

Eikenpage (25 juni 2009)

Tijdens een wandeling zag ik de eikenpage. Fladderend vlogen er een viertal rondom een eik. Een eikenpage heeft een onrustig ogend vliegpatroon. Qua kleur is het op het eerste gezicht geen bijzondere verschijning: de onderzijde is grijs. Aan de bovenkant van de vleugel heeft het mannetje een paars-blauwe schijn. In het verleden heb ik deze proberen te fotograferen maar toen vertoefde de vlinder hoog in de toppen van een eik. Een onmogelijke positie. Nu bleven de vlinders redelijk laag. De oorzaak ligt misschien in het feit dat de vlinders in de lagere delen nog vocht en voedingssappen konden drinken. Hier scheen de zon nog niet en was het dauw nog niet verdampt. Ook zag ik de vlinders meerdere malen met hun tong het bladoppervlak likken. Mogelijk dat ze de zoete sappen van luizen oplikken. Al met al een fascinerend gezicht hoe deze diertjes rond scharrelen. En hoe langer je bij je onderwerp blijft, hoe meer je bepaalde gedragingen ziet. Op de foto zie je de lijnvorming van het blad terug komen in de vleugels. Ook andere vlindersoorten komen rusten in de boom, zoals het koevinkje.

 40d 180mm f 7.1, 1/80s, 250 iso {gallery}Eikenpage{/gallery}

 

juni 25, 2009
Eikenpage (25 juni 2009)

Flappie (24 juni 2009)

Regelmatig zie ik deze konijntjes zitten…Iedere keer denk ik: morgen, en na morgen probeer ik ze te fotograferen. Dus na morgen moest vandaag worden! Eigenlijk was het een redelijk simpele actie, waarin ik een reeks gevarieerde beelden heb kunnen maken. Ook het ‘knuffelgedrag’ van moederdier naar haar kroost toe. Maar ook soft-effecten, met een vervagende voorgrond. Dit allemaal binnen een half uur.

40d, 500 mm, f4.5, 1/60 sec, 160 iso (beide foto's) {gallery}Flappie{/gallery}

 

 

juni 24, 2009
Flappie (24 juni 2009)

Natuurbeleving (23 juni 2009)

Natuurbeleving is een persoonlijke beleving. Gister stond ik rustig de sterns te observeren vanuit de vogelkijkhut in de Millingerwaard. Het schelle gekir van de zwarte sterns, het gegak van de ganzen zijn de “natuurgeluiden die de kijkhut omringen. In de verte hoor ik luide gepraat van een groepje natuurminnaars’. Op sandalen en sneekers in keurige spijkerbroeken en witte blouses, luid pratend komt het gezelschap de hut binnenstormen. Niemand had een kijker bij zich. Achteraf bleek het een groepje van een groene opleiding uit Schaarsbergen te zijn. Een ‘beter’ voorbeeld kan je niet treffen. Ik ben stil de hut uit geslopen. Aan dit soort gezelschap heb ik en heeft zeker de natuur geen behoefte. Volgens mij hebben ze de verkeerde hut genomen. De bierhut verderop had beter bij hun gepast. Zo zie je ook wandelaars die na een halve kilometer struinen over een oneffen pad, door de heuphoge vegetatie halverwege omkeren. Zo selecteert het zichzelf…

40d, 500 mm met 1.4 x extender, f5.6,  1/640 sec, iso 160{gallery}Natuurbeleving{/gallery}

juni 23, 2009
Natuurbeleving (23 juni 2009)

Boommarter (18 juni 2009)

Pine marten in het engels, Martre des pins (fr) Baummarder (d) is een tot de verbeelding sprekend zoogdier. Een echte bosbewoner, wat de naam ook aangeeft. Het aandoenlijke kopje met haar grote oren spreekt vele mensen aan. Ook mij. Ik had het geluk nog een ontmoeting te hebben met deze rank ogende boombewoner. Een echte nachtelijke jager en een heimelijk levend dier. In Nederland wordt er redelijk intensief gezocht en gekeken naar dit diertje omdat er te weinig bekend is over terreinkeuze en gedrag. Een van de belangrijkste doodsoorzaken is toch het verkeer. Op asfalt en beton groeien geen bomen. Ieder bos is ook geen geschikt boommarterbos. Dus ruimte, gebieden zonder verkeerswegen, is de oplossing. Maar in ons kleine, drukbevolkte landje met veel landbouwgronden, vele (snel)wegen, bebouwing en relatief weinig bos (8% van de oppervlakte) is dat onmogelijk.

MKIII 500mm, incl.1,5 extender, f4,5, 1/50 s, iso 400 {gallery}Boommarter{/gallery}

juni 18, 2009
Boommarter (18 juni 2009)

Gebever (16 juni 2009)

Nog maar nauwelijks terug van een avond bevers fotograferen of ik ben al in de “pen” geklommen. Ik voel me nog te onrustig om de slaap te vatten. Er was allerlei activiteit op en rond het water. Het waren niet alleen de futen met hun jongen, de koekoeken of de roepende kleine karekieten, die boven me kwamen zitten. Ook Ed ging op zoek naar voedsel. Na een rondje zwemmen begonnen het ouderdier een wilgentak af te knagen om deze dan richting burcht te slepen. Een stukje wilg zie je zo door het water slepen. En ineens duikt de tak onder water. Dit frisse, jonge lover is voor de jongen. Een prachtig beeld. Een fantastische natuurervaring, zo om de hoek in Nederland. Niet in Amerika, Alaska of Scandinavie. Als dit nou geen Wild Wonder is? Dit blog vormt een groot sfeerverschil met het vorige blog (Gorsselse Heide). Hoewel er natuurlijk rondom de bever in Nederland ook een zwarte dag gold: de laatste bever in Nederland werd in 1826 bij Zalk geschoten. Gelukkig zijn er sinds 1988 weer dieren vanuit de Oderdelta uitgezet in de Biesbosch. In 1994 gebeurde dit in de Geldersche Poort. Langzaamaan breiden de dieren zich steeds verder uit. Voor het ooibos zijn het de natuurbeheerders bij uitstek.

40d  500mm met 1.4 extender, iso 1600, f 5.6 1/40 s{gallery}Gebever{/gallery}

juni 16, 2009
Gebever (16 juni 2009)

Ooievaar (13 juni 2009)

Een bezoek aan de IJssel  bracht me bij de ooievaars van vogel opvangcentrum Gorssel. 's Middags was het een drukte van belang op de nesten. Een prachtig natuurfenomeen aan de oevers van de IJssel. Er is veel te genieten. Vanwege de dreigende lucht wilde ik daar nog een keer heen. Het regende pijpestelen. Gelaten lieten de vogels de regen op hun veren neervallen. De jongen schoten onder het moederdier om beschutting te zoeken. Wat een sfeer geeft dat. Je ziet duidelijk dat het weer een groot deel van de foto bepaalt. Dat zie je ook bij de sfeervolle opname tijdens zonsondergang.

canon 40d, 500mm  f 4.5 iso 400 1/100 (links), MKIII, 500 mm  f5.6, iso 125, 1/250 (rechts) {gallery}Ooievaar{/gallery}

 

 

juni 13, 2009
Ooievaar (13 juni 2009)

Gorsselse Heide (12 juni 2009)

Een ven met een groot aantal jagende libellen, kwakende kikkers en prachtige kragen met gagel met op de achtergrond de rose gekleurde dopheide. In augustus steekt het felblauwe van de klokjesgenetiaan de kop op. In de lucht scheert een boomvalk, op jacht naar libellen. Op zoek naar de geelgors of haar welbekende Beethoven melodie, het getjak, (alsof twee kiezelstenen tegen elkaar getikt worden) van de roodborsttapuit. Het blijft stil. Zelfs het geknal van defensie is sinds enkele jaren verstomd. Een nostalgisch beeld. Eigenlijk was het toen juist rustig. Want hing er de rode vlag dan was defensie actief en kwamen er geen rustverstoorders en hondenliefhebbers. Stonden er ook her en der nog de bekende groene toegangsbodjes met alle huisregels.

Verder op zoek… De lage steilrandjes, eerder vol met graafwespen en zandbijen aan de kant van de weg  zijn gladgeschoven, net als de slecht doorlatende lemige kanten van het zandpad. De zandpaden zijn opgehoogd met zand afkomstig uit de gegraven gaten om de natte paden te ontwateren. Het ontwateren is goed gelukt. De leemlaag is, getuige een klein onderzoekje mijnerzijds, doorbroken. In het verleden hebben er ook vergravingen op het schietterrein plaatsgevonden om de brandput te vergroten. Vooral na de bos-heidebrand begin jaren negentig van de vorige eeuw is deze vergroot en verdiept. Met alle gevolgen van dien. De badkuip loopt leeg: dit is een sluipend proces. Niet alleen zullen de natte (zand)paden ontwateren, maar ook het ven. Samen met de huidige weersomstandigheden wordt dit versterkt. De boomgroei op de heide wordt geprikkeld en zorgt voor extra verdamping. Gelukkig vind ik nog een tiental plantjes heidekartelblad die juist op de slecht waterdoorlatende lemige grond aan de rand van het pad stonden. Vergeten met de schofel aan te schuiven.

Schichtig schiet er een volgroeide levenbare hagedis onder een paar heidepollen weg. De waterstand in het ven is angstaanjagend laag, met nagenoeg geen amfibieën en nauwelijks libellen (twee handen vol). De (groene en bruine) kikkers lijken wel doodgevroren na deze strenge winter (2008-2009): geen gekwaak. Een paartje groene zandloopkevers is tijdens de paring platge(t)reden op een van de weinig onaangeroerde paden. Een prachtig hondenuitlaatgebied, dag en nacht, en vooral niet aangelijnd. Een terrein waar je vrij rond mag bewegen, te voet, per fiets, te paard of fourwheel drive auto. Eigenlijk een soort verlengstuk van de naastgelegen kartingbaan, maar dan off the road en voor iedereen en alles toegankelijk, dag en nacht. Een soort pret- en speelpark, waar heel veel mag, zonder entreegeld.

Dit is de Gorsselse Heide anno juni 2009.

 Een somber verhaal, ondanks alle herstelplannen. Maar vooral het doorbreken van de leemlaag en de landelijke daling van het grondwaterpeil zorgt voor een sluipend proces van verdroging. Een proces dat je als gewone bezoeker niet zo waarneemt, maar als natuurwaarnemer wel. Het vormt de basis van het al dan niet voortbestaan van de huidige terrein of het natte dopheideterrein van weleer. In hoeverre hier daadwerkelijk verandering in kan komen is maar de vraag. Misschien moeten we maar tevreden zijn met een droog (struikheide)terrein met pijpestrootje? Voor de gemiddelde wandelaar of hondenbezitter maakt het niet zo uit, verwacht ik. Toch zal het weer een verschraling zijn van natuur en vooral leefgebied voor specifieke soorten.{gallery}Gorsselse_Heide{/gallery}

juni 12, 2009
Gorsselse Heide (12 juni 2009)